WILLEM REITSEMA 1885- 1963













Willem Reitsema Tzn 
architect van het Groningen Hoge Land







Willem Reitsema (1885- 1963) 
Leens
Architect 
Biografie

Reitsema geldt als een vertegenwoordiger van de Groningse variant van de Amsterdamse School en later kreeg het Nieuwe Bouwen invloed op zijn werk.
Hij begin als aannemer eb later gold hij als een gedegen en betrouwbare architect vooral voor boeren-
families op het Hoogeland.
Hij bouwde met name villaboerderijen en rentenierswoningen.
Kenmerkend zijn o.a. overstekende dakgoten en hij gebruikte vaak Amerikaanse grenen.
Met architect Nienhuis ontwierp hij in 1918 het bekende de Waterwolf (ook wel Electra genoemd)
aan her Reitdiep bij Lauwerzijl.





De Waterwolf
Verlaging van de waterstand brengt meerdere koren in het land, dit is het motto van het
boezemgemaal De Waterwolf.
Gemaal de Waterwolf is gebouwd in opdracht van het Groningse doelwaterschap Electra.
Het Waterschap Electra werd in 1913 opgericht met als doel/opdracht om te komen tot een betere 
afwatering in Hunsingo, Westerkwartier en de kop van Drenthe.
Eigenlijk was waterschap Electra een overkoepelend waterschap.
Na alle fusies die hebben plaatsgevonden is het waterschap Electra in 1994 opgegaan in Waterschap 
Noorderzijlvest (Groningen).
Het gemaal is inmiddels Rijksmonument.
Het boezemgemaal De Waterwolf werd tussen 1918 en 1920 gebouwd op de plaats waar het
Kommerzijlsterried en het Reitdiep samenkomen.
De buurt had geen eigen naam maar werd na de bouw van het gemaal aangeduid met Electra of
Lammerburen.
Formeel staat het gemaal in het dorp Oldehove.
600×443px
In de machinekamer staan vier elektrisch aangedreven Stork schroefpompen als opvoerwerktuig.
Het gemaal is op 5 november 1920 door Koningin Wilhelmina in gebruik gesteld (nog geen maand
nadat de Majesteit het ir. D.F. Woudagemaal in gebruik had gesteld!) .
De stichtingskosten waren 3 miljoen gulden.
De capaciteit van het gemaal is net zo groot als van het ir. D.F. Woudagemaal:
4000 m3 per minuut.
In 1920 waren drie pompen geplaatst, in 1928 volgde een uitbreiding met een vierde pomp.
In 1997 zijn er twee kleinere pompen onder de vloer bijgeplaatst van ieder 250 m3 per minuut,
waardoor de capaciteit uitgebreid is tot 4500 m3 per minuut.
Van 1920-1946 is het gemaal via een hoogspanningskabel voorzien van elektriciteit, van 1946
tot 1975 was het een diesel-elektrisch gemaal en na de ombouw van 1975/78 is het een 
dieselgemaal aangedreven door vier Brons motoren uit Appingedam.
Architect van het gemaal is Willem Reitsema (1885 - 1963) uit Leens.
H. Nienhuis, eveneens uit Leens, is betrokken geweest bij de veranderingen in 1946.
De bouwstijl wordt als ,,ambachtelijk en traditioneel" omschreven.
Reitsema heeft een gevarieerd oeuvre op zijn naam staan:
boerderijen, woningen, garages en utiliteitsgebouwen.
Als architect is Reitsema niet in één bepaalde stijl onder te brengen hij varieerde op de Amsterdamse school
die de naam Groninger stijl kreeg.
Ook gebruikt hij de stijlkenmerken van Dudok en de Delftse school.
600×400px
(Uit de link:

DE WATERWOLF- WILLEM REITSEMA-architect

Reitsema had het talent om goede medewerkers te kiezen.
Zo nam hij in 1936 de toen nog jonge Jacob Berend Bakema aan
Deze ging echter spoedig zijn eigen weg en zou later bekend worden door het bureau Van den Broek en Bakema.
Reitsema vormde can 1937 tot 1947 een compagnonschap met Harm Nienhuis.
Ook werkte hij soms samen met Evert Rozema; voor diens werk had hij grote bewondering.

Gebruikte bronnen
Anja Renders
VERSTEENDE WELVAART
Groningen
uitgeverij NOORDBOEK
p. 104- 105
LINKS
https:nl.wikipedia.org/Willem-Reitsema
ANDERE KENNISBANKEN
Wikipedia!NAiCIS!Architectenweb

Temme Reitsema
(Zuurdijk, 5 februari  1856 - Leens, 15 februari 1941)
Meestal T, Reitsema genoemd, was een Nederlandse architect. Hij was werkzaam op het Groninger Hogeland, waar hij vooral boerderijen en woonhuizen ontwierp.
Enkele bouwwerken van zijn hand zijn aangewezen als rijksmonument.
Hij was de vader van de architect Willem Reitsema (1885- 1963)

Rentenierswoning aan de Wierde 31 te Leens van de hand van Temme Reitsema



                                                                                                                                                                                                                                                                                                              
Detail van de rentenierswoning
 Villaboerderij aan de                                                                                                                         Maarhuizerweg nabij Baflo                                                                                     
Het voorhuis is ontworpen van T. Reitsema

Willem Reitsema
In vakliteratuur ook wel W. Reitsema of W. Reitsema Tzn. genoemd, was een Nederlandse architect.
Hij was werkzaam op het Groninger Hogeland, waar hij een groot aantal bouwwerken heeft ontworpen, vooral villa's, boerderijen en woonhuizen.
Hij geldt als een vertegenwoordiger van de Groninger variant van de Amsterdamse School.
Leven en werk

Tuinderswoning in Niekerk

Pastorie in Niekerk

Kooyenburg in Zuurdijk

Villaboerderij de Klinkenborgh aan de Oudedijk te Pieterburen
Willem Reitsema, zoon van de Groninger aannemer-architect Temme Reitsema (1856-1941) en Frouwke Lubbers(1854-1917), leerde het vak in de praktijk van zijn vader.
Ook volgde hij cursussen bouwkunde in Groningen.
Vanaf 1915 was hij werkzaam als zelfstandig architect.
Hij noemde zich Willem Reitsema Tzn., om verwarring te voorkomen met een andere (niet-verwante) Willem Reitsema, die in Leens vishandelaar was.
Aanvankelijk deed Reitsema al het architectenwerk zelf, maar vanaf 1936 nam hij ook medewerkers in dienst. Onder hen was Jaap Bakema (1914-1981), die echter niet lang bleef, doordat zijn eigen carrière snel een hoge vlucht nam.
Van 1937 tot 1947 was Harm Nienhuis Reitsema's vaste compagnon.
Daarna werkte hij weer zelfstandig, al maakte hij in 1955 nog samen met deDamster gemeentearchitect Evert Rozema (1892-1964) een ontwerp voor hotel-restaurant Mercurius in Leens.
Zijn stijl vertoont kenmerken van zowel de Amsterdamse School als het Nieuwe Bouwen, maar had ook historiserendeelementen.
Hij maakte vaak gebruik van donkere bakstenen, overstekende dakgoten en houtwerk van Amerikaans grenen.
Reitsema, die het ontwerpen van bouwwerken zelf "karweien" noemde, gold als een gedegen en betrouwbare architect.
Dit bleek mede uit het feit dat hij soms werd gevraagd om panden te verbouwen die hij decennia eerder voor dezelfde opdrachtgevers had ontworpen.
Hij was tevens muzikaal: Reitsema speelde van zijn 12de tot zijn 72ste in het Leenster fanfarekorps Euphonia, dat hij soms ook dirigeerde.
In 1957 kreeg hij daarvoor de eremedaille in de orde van Oranje-Nassau.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog, toen er niet kon worden gebouwd, dirigeerde hij verschillende zangkoren in de omgeving van Leens.
Reitsema is op 12 maart 1963 op 78-jarige leeftijd te Groningen overleden.
(uit: WIKIPEDIA)

WERK VAN

                 WILLEM REITSEMA
Links                                                            Rechts

       Woonhuis in Amsterdamse Schoolstijl met aangebouwde schuur 
               aan de Burgemeester Seinenstraat72 in Aduard
                  (Gebouwd in 1932 naar het ontwerp van de architect Willem Reitsema)
Villa Nieuw Blokken van de Willem de Zwijgerstraat in Baflo
                  Electraboerderijtje aan de Alectraweg, dat vroeger bij boerderij Hayemaheerd 
                                in Zuurdijk.
               Ontworpen in 1929 in de stijl van de Amsterdamse School door Willem Reitsema.
          De Hayemaheerd bij Zuurdijl.
                    Ontworpen in 1929 in de stijl van de Amsterdamse School door Willem Reitsema. 
                                          Hayemaheerd 
                                                    Achtergevel
                                              Hayemaheerd
                                                       Voorgevel
                                                    Rentenierswoning Hoofdstraat 1 in Leens

Hoofdstraat 1 (Leens)


Rentenierswoning aan de Hoofdstraat 1 te Leens anno 2010
De rentenierswoning aan de Hoofdstraat 1 is een monumentaal pand in Leens in de Nederlandse provincie Groningen.
Het pand werd omstreeks 1930 gebouwd naar een ontwerp van de plaatselijke architect W. Reitsema Tzn. uit 1928.
Opdrachtgever was de landbouwer Jacob Hekma, die eigenaar was van de boerderij Castor in Zuurdijken die ging rentenieren.
Een gevelsteen boven de ingang met een afbeelding van de tweeling Castor en Pollux herinnert aan de herkomst van de opdrachtgever, te weten de boerderij Castor, die in het bezit van de familie Hekma is geweest.
In 1956 werd de woning ingericht tot notariskantoor.
Jacob Hekma was reeds in 1936 overleden, zijn weduwe Martje Wijk overleed in 1957.
De dakkapel aan de westzijde dateert uit deze periode.
Het pand ligt op de hoek van de Hoofdstraat en de toenmalige Stationsstraat, thans R. Ritsemastraat. Aan de overzijde van deze straat ligt op de hoek van de Valge een andere monumentale rentenierswoning, ontworpen door de architecten vader en zoon K. en G. Hoekzema.
De woning is vanwege onder meer zijn hoge mate van gaafheid van het exterieur erkend als een rijksmonument.
De rentenierswoning is een goede representant van het gevarieerde werk van de architect Reitsema.


                                 Boerderij Kooyenburg
                    Vlakkeriet 4 in Zuurdijk
                                    Oudedijk 15 Pieterburen
                                Gebouwd door de architect Willem Reitsema
Pastorie en consistorie Nederlands Hervormde Kerk te Niekerk
Tuinderij (woonhuis + schoorsteen)
Hoofdstraat 25 te Niekerk

Weeghuisje met weegbrug, gebouwd in Ulrum in 1939 werd gebruikt voor het wegen van landbouwproducten.
De architect is Willem Reitsema uit Leens.
In 1978 is de mechanische brug vervangen door een elektronische.

Beschrijving Woonhuis in Amsterdamse Schoolstijl met aangebouwde schuur





Inleiding WOONHUIS met aangebouwde SCHUUR gebouwd in 1932 onder architectuur van architect W. Reitsema uit Leens in Amsterdamse School-stijl.
Uitgezonderd de fraai gedecoreerde hal is het interieur in de loop der tijd gewijzigd. 
Tevens is het glas-in-lood in de zijlichten verdwenen. 
De woning is markant gelegen aan de doorgaande weg van Aduard. 
Omschrijving Het één verdieping hoge, deels onderkelderde WOONHUIS met aangebouwde SCHUUR op nagenoeg rechthoekige plattegrond is opgetrokken in een bruine bezande steen op een trasraam van gesinterde baksteen. 
Het pand wordt gedekt door een zadeldak waarop donkere Gotische pannen; hoge gemetselde schoorsteen en nokschoorsteen; overkragende houten goot; niet-originele dakramen. 
De gevels worden geleed door liggende vensters onder een uitkragende betonlatei, uitgezonderd de achtergevel. 
De vlakke hoge topgevel wordt aan de voorzijde doorbroken door rechthoekige volumes die boven de gootlijst uitsteken. 
Centraal in topgevel aan de voorzijde (westgevel) een liggend venster met zijlicht waarboven twee keramische pijpen; voor de topgevel een gemetselde bloembak. 
De inpandige entree bevindt zich aan de linkerzijde van de voorgevel en bestaat uit een houten deur, met aan de onderzijde geklonken staalplaat, waarin roedenverdeling, gekleurd glas-in-lood, melkglas en een brievenbus; vloer en drie treden hoge stoep van bruine tegels; rechts een staand venster. 
Boven de entree een uitkragende betonnen luifel die wordt gedragen door een betonnen zuil en rust op een gemetselde onderbouw met aan de voorzijde een rechthoekige gemetselde bloembak. 
Boven de entree is de gevel doorgetrokken boven de gootlijst en wordt afgedekt met beton. 
Aan weerszijden van dit rechthoekige volume een liggend venster met op de hoek een betonnen stijl. 
Aan de rechterzijde van de voorgevel een uitkragende betonnen luifel die wordt gedragen door een rechthoekige betonnen pijler; aan de voorzijde een liggend venster met zijlicht en aan de rechterzijde een liggend venster. 
Boven de luifel een risalerend rechthoekig volume van gele baksteen afgedekt met beton dat boven de gootlijst uitsteekt. 
Aan weerszijden van dit volume een liggend venster, met op de hoek een betonnen stijl, waaronder twee uitstekende rechthoekige betonelementen. 
In de noordgevel vier liggende vensters waarin gekleurd glas-in-lood en melkglas waartussen stijlen van gele baksteen onder één betonlatei; onder deze vensters metselmozaïek; links een klein staand venster waarin glas-in-lood. 
Voor het linker geveldeel bevindt zich een platte aanbouw (schuur) met aan de voorzijde de zijingang. 
De zijingang bestaat uit een houten deur waarin roedenverdeling, gekleurd glas-in-lood, melkglas en een brievenbus; drie treden hoge gemetselde stoep. 
De schuur onder plat dak is tegen de hoge topgevel aan de achterzijde (oostgevel) aangebouwd; aan de voorzijde een liggend venster, een houten deur waarin glas waarvoor een twee treden hoge gemetselde stoep en een staand tweedelig venster met roedenverdeling; aan de linkerzijde een liggend venster met zijlicht. 
Boven de schuur in de achtergevel van het woonhuis een tweedelig venster met roedenverdeling en een niet-origineel venster. 
Centraal in de zuidgevel in een uitgespaard vlak een liggend venster met zijlicht waaronder een gemetselde bloembak op betonnen vloer waaronder twee liggende keldervensters met diefijzers. 
Aan de linkerzijde het rechthoekige risalerende volume van gele baksteen met aan de rechterzijde een hoge schoorsteen van gesinterde baksteen afgedekt met beton en gedecoreerd met drie betonelementen; aan de voorzijde een gemetselde bloembak. 
Aan de rechterzijde een liggend venster met zijlicht waarboven staalplaat.
In het INTERIEUR zijn ondermeer van belang: 
in de hal de houten vloer, 
de hoge houten lijst, 
de houten paneeldeuren, 
de houten trap met dichte boardpanelen leuning met geometrische decoraties, 
de bel, 
in het toilet de geel/zwarte tegellambrizering en de rood/zwart/witte tegelvloer. 
Bron: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed










Geen opmerkingen:

Een reactie posten