SIEBE JAN BOUMA 1899- 1959





Siebe Jan Bouma

Siebe Jan (Siep) Bouma (Groningen23 maart 1899 - Den Haag10 december 1959) was een Nederlandsearchitect en stedenbouwkundige.


Leven en werk

Na eerst gewerkt te hebben als timmerman (1919) en bouwkundig tekenaar (1920) voor de gemeente Groningen, werd hij in diezelfde stad stadsarchitect.
Hij ontwierp er vele gebouwen en gebouwtjes (van transformatorstations tot scholen, van lantaarnpalen tot een politiebureau) en straatmeubilair.
Er is in zijn werk een duidelijke voorkeur merkbaar in de richting van de Amsterdamse School en kubisme.
en aantal van zijn ontwerpen zijn versierd met werken van de Groninger beeldhouwer Willem Valk (1898-1977).

IMG_1117 verkl
De haan van beeldhouwer Willem Valk die nog steeds trouw de wacht houdt bij de entree aan de straatkant, besneeuwd en wel…(JB) 
(Bij de openbare lagere school "De Molshoop" aan de Oosterweg te Noordhorn)

Bouma vertrok in 1942 uit Groningen en werd toen directeur van het Nederlands Openluchtmuseum in Arnhem.
In 1948 werd hij aangesteld als eerste directeur van het Zuiderzeemuseum in Enkhuizen.
In 1951 maakte hij het stedenbouwkundig/architectonisch ontwerp van Madurodam.
Bouma was de vader van tv-presentator Bob Bouma, actrice Maya Bouma en cabaretière Annelies Bouma.

WERKEN

link:

Klaas Vermaas fotocollectie: Siebe Jan Bouma

Werk van Siebe Jan Bouma

Siebe Jan Bouma









Siebe Bouma kan in de jaren twintig en dertig als jonge ontwerper bij de Dienst Gemeentewerken zijn stempel drukken op het Groninger stadsbeeld. 

Hij verkeerde daarmee in een positie die vergelijkbaar is met die van Dudok in Hilversum. 
Bouma ontwerpt in deze periode bruggen, een reeks schakelhuisjes, een aan OudsDirectiekeet verwant houten paviljoen in het Noorderplantsoen, straatmeubilair, woningbouwprojecten (waarvan de Bloemenbuurt wel het meest bekend is) en het gebouw voor Openbare Werken
Architectonisch het meest interessant is echter de reeks van zes openbare lagereschoolgebouwen die hij tussen 1925 en 1932 realiseerde. 
Door een samenloop van omstandigheden, de Wet op het Lager Onderwijs van 1922, een heroplevende economie en een daarmee gepaard gaande versnelling van de aanleg van woonwijken, werd in deze periode een groot aantal openbare lagerescholen gebouwd. 
In de reeks ontwerpen die Bouma maakt ontwikkelt zijn architectuur zich gaandeweg van de lokale variant van de Amsterdamse School tot een aan de door Bouma bewonderde Dudok ontleende kubisch-geometrische vormgeving. 
De eerste school die Bouma bouwt is een combinatiegebouw voor twee scholen: de Scheepstraschool en de Van Starckenborgschool. 
Hier is de architectuur nog duidelijk van Amsterdamse Schoolsnit: expressief baksteengebruik, gebogen vormen en een dominerende pannenkap. 
De tweede school: de gecombineerde Leonard Springer/Mulock Houwerschool (Parkweg 128) is een bijzonder krachtig ontwerp met een dominante middenpartij in de as van de Westinghousestraat. 
De entrees van de beide scholen bevinden zich links en rechts van de halfronde centrale uitbouw, waarin de gezamenlijke gymnastiekzaal is ondergebracht. 
Het gesloten metselwerk van dit bouwdeel wordt bekroond met een grote stalen glaspui. 
De volgende scholen laten een overgang zien naar een steeds grotere abstractie. De gecombineerde Th. Thijssen/D. Bosschool, nu Simon van Hasseltschool (Heesterpoort 1) en de dependance aan de Rabenhauptstraat (Rabenhauptstraat 65) zijn in hun hoofdopzet nog Amsterdamse Schools, maar tonen in hun details, met name in de schoorsteentoren invloeden van Frank Lloyd Wright.
De twee laatste scholen die Bouma bouwt, de Van Houtenschool (Oliemuldersweg 47) en de kleuterschool De Zonnebloem, zijn het meest volwassen in hun vormgeving en tonen de definitieve overgang naar een expressief kubische architectuur. 
De voormalige Van Houtenschool, nu Boumaschool, is uitgebreid door Onix; de gerestaureerde Rabenhauptschool is in gebruik als grafisch museum.


Ook architect Bouma, Amsterdamse School. 

Koninginnelaan.


Arbeiderswoningen Hortensialaan
















De Hortensialaan ligt in de Oosterparwijk
Men heeft dit gebied opgezet volgens de toenmalige nieuwste opvattingen over hygiëne, indeling van de wijk en aanleg van groen.
aan deze in de bloemenbuurt gelegen laan bouwde de toenmalige woningbouwvereniging Groningen in de tweede helft van de twintigste eeuw 77 woningen,
De bebouwing bestaat uit twee lagen en een kap waarbij een woning op de begane grond twee bovenwoningen heeft; het zogenaamde twee-op-een type.
Een open portiek zorgt voor de ontsluiting van de bovenwoningen.
De gebogen ramen in de gevel benadrukken de trappen op de verdieping.
De entree-partijen van de woning vormen een
van de opvallendste architectonische onderdelen.
Deze zijn op een ambachtelijke wijze ontworpen en zeer rijk versierd.
De hoofdvorm zet zich ook door in de tweede bouwlaag.
De groene zones aan weerskanten van het trottoir geven de straat een vriendelijk aanzicht.
Vanwege het grote aantal woningen werd dankbaar gebruik gemaakt van de herhaling, hetgeen de bouwprijs doorgaans drukt.
De hoekbebouwing met een plat dak wijkt daar echter van af.
Een reden daarvoor is het markeren van de straat, maar meestal bevond zich hier ook de buurtwinkel.
De hoekbebouwing is bij de Hortensialaan op een expressieve manier vormgegeven.
De architect heeft een sterk verticaal accent geplaatst boven de overhoekse entree van de winkel.
Twee uitgemetselde pilaarachtige vormen steken uit boven de dakrand.
Tussen deze twee decoratieve elementen is siermetselwerk toegepast.
Op de plaatsen waar de hoekbebouwing overgaat in de woningen van de straat is een welving in het gevelvlak te zien.

Kenmerken
Ontwerp: Bouma, S.J.
Locatie: Hortensialaan
Bouwjaar: 1927
Bouwstijl: Amsterdamse School
Gebouwtype: arbeiderswoning


Irislaan- Lindenlaan









Het gebouw (1928) dat Bouma ontwierp als kantoor van Gemeentewerken aan het Gedempte Zuiderdiep in Groningen (2010)


Kantoor Gemeentewerken (19280

Bouma ontwierp het kantoor voor de Dienst Gemeentewerken toen hij daar als gemeentearchitect in dienst was. Het gebouw is representatief voor Bouma's monumentale en expressieve ontwerpen in de Amsterdamse Schoolstijl. 

Het ontwerp laat verschillende gevelbehandelingen zien. 
Aan de zijde van het Gedempte Zuiderdiep valt het zwaar overhellende dak op, waar de dakpannen op monumentale wijze en bijna verticaal zijn geplaatst. 
Daaronder is, direct onder de goot, een aanééngesloten horizontale raampartij gezet. 
De entree van het gebouw is aan het binnenplein gelegen en via een asymmetrische poort aan de zijde van het Zuiderdiep te bereiken.

Om de stedelijkheid van het gebouw te vergroten is de bebouwing op de hoek monumentaal aangezet. 
Niet alleen in hoogte maar ook voor wat betreft de bijzondere rondingen in het metselwerk die de verticaliteit op deze plek nog eens vergroten. 
De zijgevel langs de Ubbo Emmiusstraat valt op door de ritmische ordening van ranke gemetselde ribben, afgewisseld met hoge en smalle ramen. 
Blikvanger aan deze zijde is het lichtgebogen gevelhoge glas-in-lood venster van het trappenhuis. 
Andere bijzonderheden zijn de beeldhouwwerken van Willem Valk die refereren naar de functie van het gebouw.



IMG_1117 verkl
De haan van beeldhouwer Willem Valk die nog steeds trouw de wacht houdt bij de entree aan de straatkant, besneeuwd en wel…(JB)

Het gebouw heeft weer haar oorspronkelijke kleuren gekregen.

Architectenbureau Karelse en Van der Meer (nu De Zwarte Hond) kreeg de opdracht een uitbreiding te maken en aan te sluiten bij het bestaande gebouw.
Met de uitbreiding, die gereed kwam in 1990, werd ook de entree van het oude naar het nieuwe gebouw aan het Zuiderdiep verplaatst. In een lang en wigvormig kavel werd circa 6100 m2 kantoorruimte gerealiseerd. 
De dienst kreeg een open gebouw ‘waarin men zich niet kan verbergen’ en de trap zo smal is dat je ‘elkaar wel tegen moet komen’.

Kop van een politieagent


Sluitsteen in parabool venster

Door: Willem Valk
Locatie: Ubbo Emmiusstraat 1A
Wijk: Centrum
Jaar van realisatie: 1930
Materialen: syeniet
Soort kunstwerk: kunst in/aan bouwwerk
Eigenaar: Gemeente Groningen

De gevelstenen duiden op de vroegere functie van het gebouw.
Het hoofd van een politieman en de handboeien verwijzen naar de politiepost die hier samen met de dienst Gemeentewerken was gevestigd.
Valk sloot met zijn gestileerde gevelstenen aan bij de Amsterdamse Schoolstijl van het pand.
In de jaren twintig zijn in Groningen veel gebouwen in deze stijl ontstaan.
Belangrijk bij de Amsterdamse School is onder meer de integratie van architectuur en beeldhouwkunstEr zijn in Groningen veel kunstwerken van Willem Valk te vinden.
Vanaf het midden van de jaren twintig kreeg hij geregeld opdrachten van de Gemeente Groningen om sculpturen te maken voor nieuwbouwprojecten.
De dienst Gemeentewerken van de Gemeente Groningen vroeg Willen Valk om bouwbeeldhouwwerk te verzorgen voor het nieuwe politiebureau.
In het bestek voor de bouw uit 1928 zijn de maten van de te plaatsen bewerkte stukken groen syeniet nauwkeurig opgegeven


Dubbele villa
Nassaulaan 2


Korreweg hoek Balistraat.
 Architect J.A (Jo) Boer woonde en werkte zijn hele leven in de stad Groningen, waar hij tussen 1926 en 1956 een groot aantal gebouwen ontwierp, waaronder verschillende grote woningcomplexen, vooral in de Korrewegwijk. 
Tot de bekendste daarvan behoren zijn woningen rondom het Bernouilliplein (1926).

POORTGEBOUW
van architect S. J. Bouma (1899- 1959)






Poortgebouw
Lindenlaan
van architectS. J. Bouma (1899-1959)

De Herman Colleniusstraat bij de Watertoren
De brug over het Reitdiep,
Deze verbindt het Herman Colleniustraat met de prinsesseweg.

Bruchtwachtershuisje bij de Herman Colleniusbrug

Kenmerken
Ontwerp: Bouma, S.J.
Locatie: Gedempte Zuiderdiep 96
Wijk: Centrum
Bouwjaar: 1925
Bouwstijl: Amsterdamse School
Gebouwtype: dienstgebouw
Opdrachtgever: Gemeente Groningen, Dienst Gemeentewerken

Grafisch museum

PELIKAAN
Gemaakt door Willem Valk
beeldhouwer

Het Grafisch Museum in Groningen, dat in 1928/1929 als lagere school werd gebouwd


Woningbouwcomplex in de stijl van de Delftse School  Turfsingel(1937) in Groningen





De Siebe Jan Boumaschool
Oliemulderqweg 47
(tot 2001: Van Houtenschool)
OBS Oosterpark (1931- 1932)
in Groningen

Boumaschool

De voormalige van Houtenschool,nu Boumaschool
geheten,ligt aan de zuidzijde van het Pioenpark in de Oosterparkwijk.

De markante ligging aan de voet van de zuidelijke vijver in het park versterkt het bijzondere ontwerp van de architect Bouma. 


De opzet van de school is typerend voor Bouma's lagere schoolontwerpen.
Een lang rechthoekig volume, bestaande uit twee bouwlagen, herbergt de klaslokalen die aan weerszijden van een centrale gang zijn geplaatst.
De entree wordt monumentaal aangezet met een meer verticale architectonische aanpak.
Het zijn als het ware geometrische bouwvolumes die in elkaar zijn geschoven.
De gevels zijn opgebouwd uit gele baksteen en hebben ter hoogte van de lokalen houten raampartijen met uit de gevel stekende kozijnkasten met ranke roedeverdeling.
De kozijnen hebben een sterke horizontale werking op de gevel.
Dit wordt weer doorbroken door de opbouw van het metselwerk dat met uitsparingen en pilasters de gevel van verticale accenten voorziet.

De verticale uitbouw met daarin het trappenhuis, de entree en de overdekte fietsenstalling bestaat uit vele decoratieve accenten.
Naast verspringende muurvlakken is een diversiteit aan materiaal toegepast met lichtbruine baksteen, zwart geglazuurde baksteen en glas-in-lood.
Bouma heeft zich hierbij laten inspireren door ontwerpen van de architect Dudok.
Het ontwerp doet ook denken aan een andere school die Bouma in deze periode ontwierp, de voormalige school ‘De Zonnebloem’ aan de Graaf Adolfstraat 73 in de Oranjebuurt te Groningen.

Kenmerken

Transformatorhuisje
Helperlinie

                                    detail
                                  Helperlinie te Groningen
Rijksmonument

PAVILJOEN NOORDERPLANTSOEN
te Groningen








Kruissingel Groningen

Joseph Haydnschool 
Haydnlaan 102


In 1928 werd aan de Coendersweg een nieuwe school gebouwd voor kinderen uit de wijk Helpman. 
Het pand, gebouwd als ‘School XIV’, werd ontworpen door de bekende Groninger architect Siebe Jan Bouma. 
Bouma was in deze jaren de vaste architect van de gemeente Groningen, wat inhield dat hij verantwoordelijk was voor vrijwel alle openbare gebouwen die door de Dienst Gemeentewerken werden gebouwd.
Dat varieerde van het eigen kantoor van de dienst aan het Gedempte Zuiderdiep tot aan toiletvoorzieningen en scholen.  
Het ontwerp voor de school aan de Coendersweg, die al snel Coendersschool werd genoemd, is kenmerkend voor de bouwstijl waarin Bouma werkte. 
Hij liet zich inspireren door de Amsterdamse School, de expressieve bouwstijl die in Amsterdam door architecten als Michel de Klerk werd geïntroduceerd. 
Kenmerkend voor deze stijl is het uitgesproken gebruik van verschillende soorten baksteen, waarmee op verschillende manieren werd gemetseld. 
De gebouwen zijn altijd een samenspel van diverse bouwdelen die op een zorgvuldige manier op elkaar aansluiten en zo zorgen voor veel reliëf en volume in de gevels.
In 1999 werd de school uitgebreid met een nieuw gebouw, dat noodzakelijk was vanwege de groei van de school en de roep om kleinere klassen. 
In tegenstelling tot het massieve bakstenen gebouw van Bouma ontwierp MAD Architekten juist een luchtig schoolgebouw dat overwegend licht van kleur is. 
Het gebouw biedt, naast klaslokalen, ook ruimte aan een peuterspeelzaal met naschoolse opvang. 
Het gebouw is als het ware over de bestaande kleedruimten heen gebouwd, en sluit op een bijzondere manier aan bij het oudere gymlokaal.

Ontwerp: Bouma, S.J.MAD Johannes Moehrlein architekten

Locatie: Haydnlaan 102

Wijk: Helpman

Bouwjaar: 1928, 1999

Bouwstijl: Amsterdamse School

Gebouwtype: schoolgebouw

Opdrachtgever: Gemeente Groningen, Dienst Gemeentewerken

Voormalig wijkgebouw           Zaagmuldersweg




























Het ontwerp van het wijkgebouw met bovenwoningen lijkt in zijn verschijningsvorm veel op Bouma’s ontwerp voor de twee jaar eerder totstandgekomen Simon van Hasseltschool (vrm. Th. Thijssen- en D. Bosschool, Heesterpoort 1, Oosterparkwijk).
Beide gebouwen hebben veel weg van een boerderij en bij allebei is op de hoek een soort inkeping aangebracht. Door deze inkeping, die ook als een scharnier opgevat kan worden, klapt het gebouw als het ware de hoek om. De sterk hellende, in hoek variërende, daken doen ook hier denken aan boerenschuren.
De kleuren van de kozijnen, onder meer okergeel en rood, zijn aangebracht aan de hand van een verflagenonderzoek en benaderen de oorspronkelijke kleurstelling van het gebouw.

De huidige gebruiker van het pand, architect Henk Kooi, heeft de kleuren laten aanbrengen.

Kenmerken

GOUDKANTOOR gerestaureerd (1920- 1929 J. S. Bouma
Plantsoenbrug met brugwachtershuisje  Groningen
hoek Reitdiepskade/Westersingel

Plantsoenbrug (1937) J.S. Bouma en Plantsoenflat


RIOOLGEMAAL 
Damsterdiep 146 Groningen
























Willem Valk

Stern op bol van Willem Valk



 Het beeld is gemaakt door Willem Valk en het stelt de Scheepsbouwer voor.

De voormalige woning van de beeldhouwer WILLEM VALK (1898- 19777) aan de Veenweg gebouwd in 1924 naar ontwerp van de architect A. Goodijk, een zwager van VALK
PLAQUETTE S. J. BOUMA
Dubbel landhuis 
Hondsruglaan 17- 19 te Groningen
In aanbouw
Villabuurt- Oost
Herewegwijk en Helpman
Gemeente Groningen
Woonhuis
Bouwjaar 1930
Architect Siebe Jan Bouma
Lijst van rijksmonumenten in Groningen (stad)

Inleiding 
DUBBEL LANDHUIS, vrijstaand gesitueerd op een ruim perceel op de hoek van de Hondsruglaan en de Quintuslaan, gelegen in de Villabuurt, een parkachtige omgeving met overwegend vrijstaande villa's aan de zuidkant van de gemeente Groningen, gebouwd in 1930 in opdracht van U. van Dijk voor de toenmalige directeur Gemeentewerken Schut naar ontwerp van de Groninger architect S.J. Bouma in een expressionistische bouwstijl, met elementen van de Engelse landhuisstijl. 
In de zuidelijke helft zijn het trappenhuisvenster aan de voorzijde en deverdiepingsvensters en de tuindeuren aan de achterzijde recent vervangen door kunststof. 
Het gebouw is thans nog in gebruik als dubbel woonhuis.
Omschrijving 
Het gebouw is opgetrokken op een L-vormige plattegrond en bestaat uit twee haaks op elkaar geplaatste bouwdelen van één bouwlaag onder hoog opgetrokken zadeldaken, belegd met een zwarte Hollandse pan. 
Het muurwerk is van gele baksteen op een trasraam van paarsbruine mondsteen. 
De noordelijke helft heeft tegen de gemetselde voorgevel een uitbouw met serre onder een zadeldak. 
De serrevensters zijn op een gemetselde borstwering geplaatst; de topgevel is voorzien van een houten beschieting en twee vensters. 
Links een ingangsportiek met halfhoog muurwerk en zware, ronde houten kolommen die het fors overstekende dak ondersteunen. 
De noordgevel heeft eveneens een serreachtige uitbouw met op de verdieping een balkon met gemetselde borstwering en dubbele, stalen deuren met een fijnmazige roedeverdeling. 
Het overige muurwerk bevat diverse vensters. 
Op het dakschild is een brede houten dakkapel geplaatst. 
De achtergevel vormt één gevel met de zuidelijke helft en is voorzien van dubbele terrasdeuren met een fijnmazige roedeverdeling en een keukendeur met zij- en bovenlichten. 
Op de verdieping een breed balkon met dubbele deuren. 
De gevel is op de zolderverdieping uitgebouwd tot een over beide bouwdelen doorlopende reeks vensters met houten omlijsting. 
Tegen de achtergevel van de zuidelijke helft is een bergschuur gebouwd met een halfronde deur en een haaks op de gevel staand zadeldak. 
De gevels worden afgesloten door een houten bakgoot met forse overstek op brede houten klossen. 
De zuidelijke helft heeft in de voorgevel een hoog opgemetseld trasraam met daarop een reeks vierkante vensters met gebrandschilderd glas die de halfronde voordeur flankeren. 
Rechtsboven de ingangspartij een fraai vormgegeven over twee verdiepingen doorlopend trappenhuisvenster in houten omlijsting en met een fijnmazige roedeverdeling. 
De vensterpartij is tegen een uit paarsbruine mondsteen opgetrokken schoorsteen geplaatst. 
Het venster wordt afgesloten door een haaks op het dak staand schilddakje met forse overstek en drie sierlijke platte klossen. 
Tussen de schoorsteen en het in lengterichting geplaatste dak van het noordelijke bouwdeel een houten venster op een gemetselde borstwering. 
Boven de ingangspartij een loggia en houten kajuit. 
De zuidgevel is voorzien van een serreachtige uitbouw onder een plat dak. 
Het trasraam is buiten het gevelvlak doorgemetseld en vormt een ommuurd terras. Geheel links een laag venster dat net als de bovenlichten van de serre zijn voorzien van gebrandschilderd glas. 
In de topgevel een drietal vensters. 
Waardering 
Dubbel landhuis, ontworpen in een expressionistische bouwstijl door de Groninger architect S.J. Bouma, van algemeen belang vanwege zijn cultuurhistorische en architectuurhistorische waarde, bovendien van betekenis voor de kunstgeschiedenis vanwege de kunstzinnig vormgegeven glas-in-lood ramen. 
Tevens is het gebouw van belang vanwege de plaats, die het inneemt in het oeuvre van de architect.



Het uitbreidingsplan 'Villapark' (1928) werd ten zuiden van de stad aangelegd op het voormalige landgoed de Esserberg.
In dit eerste plan werd er vanuit gegaan dat de Hondsruglaan een belangrijke toegangsweg zou worden.
De villa’s die langs deze ‘hoofdas’ werden gebouwd, kregen dan ook een forse architectuur mee.

De dubbele villa die door de architect S.J. Bouma werd ontworpen staat prominent op een hoek.
Het bestaat uit drie bouwlagen, waarvan de bovenste twee onder steile kappen zijn geplaatst.
Het ontwerp, met de vele baksteendetails en variaties in het muurvlak, is conform de Amsterdamse Schoolstijl.

De twee woningen zijn goed van elkaar te onderscheiden omdat ze haaks op elkaar staan.
Op de plaats waar de twee woningen elkaar ontmoeten, zijn in de oksel muurvlakken gemetseld. In de vormgeving zijn verschillen te zien, zoals de daken die evenals de ramen op verschillende hoogte beginnen. Dit is typerend voor de bouwstijl van Bouma.
Het complex is opgebouwd uit gele baksteen, paarse mondsteen en houten kozijnen met glas in lood.

Het prachtige verticale strookvenster ter hoogte van de schakeling van de woningen zorgt voor de daglichttoetreding in dit hoog opgemetselde muurvlak.
Helaas is de oorspronkelijke detaillering verloren gegaan toen het werd vervangen door kunststof.

Als gevolg van de Tweede Wereldoorlog, de terugval van het particulier bouwinitiatief en de verminderde koopkracht, stagneerde de verkoop van percelen. Een oplossing werd gevonden in het verkleinen van de bouwterreinen.

De naoorlogse invulling van het Villapark heeft dan ook een veel kleinere architectonische en stedenbouwkundige schaal dan hun vooroorlogse voorgangers in de wijk.
Ontwerp: Bouma, S.J.
Locatie: Hondsruglaan 17-19
Wijk: Helpman
Bouwstijl: Amsterdamse School
Gebouwtype: villa










Transformatorhuisje Nieuw Ebbingestraat in Groningen










Beschrijving Transformatorhuisje Nieuwe Ebbingestraat

Inleiding TRANSFORMATORHUISJE, vrijstaand gesitueerd op de splitsing van twee straten en de zichtassen daarvan tegenover het Noorderplantsoen. 
Het sluit een klein bouwblok af, dat wordt begrensd door de Nieuwe Ebbingestraat, de Korreweg en een naamloos tussenstraatje. 
Het is gebouwd in 1925 in opdracht van het Gemeentelijk Energiebedrijf naar ontwerp van Gemeentewerken (S.J. Bouma) in de stijl van de Amsterdamse School.
Het gebouwtje is thans nog in gebruik als transformatorhuisje. 

Omschrijving 
Het gebouw is opgetrokken op een rechthoekige plattegrond en heeft een paraboolvormige kap, belegd met rode ongeglazuurde Tuiles du Nord.
In de kopgevels is het metselwerk in een diagonaalsgewijs metselverband met een naad in keperverband geplaatst op een uitkragende tandlijst. 
Het uit roodbruine baksteen opgetrokken muurwerk op staand gemetselde plint steekt iets over. 
De deuren zijn van plaatstaal en hebben een eenvoudige,geometrische versiering met nagels. 
De topgevels zijn versierd met een smeedijzeren motief met de letters GEB in een sierlijke Amsterdamse School-typografie. 

Waardering 
Transformatorhuisje, ontworpen in een zorgvuldig gedetailleerde Amsterdamse School-stijl door de bekende Groninger architect S.J. Bouma, van algemeen belang vanwege zijn architectuurhistorische waarde en zijn gaafheid en vanwege de stilistische kwaliteit en de verzorgde uitvoering van het ontwerp.

Bron: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed

Esserveld (poortgebouw en begrafenisplaats)
Esserweg 20 poortgebouw
Esserveld Groningen








Urinoir Hoge der A, Groningen
Muziekkoepel (1928)
in het Groninger Sterrenbos


TRAFOHUISJE

Transformatorhuisje (1931) Esserhaag in Groningen


NASSAUSCHOOL


Omdat in het begin van de 20ste eeuw in de splinternieuwe Oranjebuurt veel jonge gezinnen kwamen wonen, besloot de gemeente hier een aantal openbare scholen te bouwen. 
Op het Albertine Agnesplein kwam een school voor lager onderwijs en aan de Graaf Adolfstraat werd in 1932 een kleuterschool, De Zonnebloem, gebouwd (de huidige Nassauschool). 

De kleuterschool is ontworpen door gemeentearchitect S.J. Bouma (zie ook: scholen van Bouma), in de stijl van de Amsterdamse School.  
Kenmerkend zijn het expressieve gebruik van verschillend gevormde baksteensoorten en metselverbanden en het laten ‘verspringen’ van verschillende bouwdelen. 
In het ontwerp zijn bijvoorbeeld twee soorten baksteen toegepast. 
Voor de begane grond, de plint van de entree en de muurtjes om de school maakte Bouma gebruik van een paarsbruine steen, die een robuuste en natuurlijke uitstraling heeft. 
Deze steen gebruikte hij ook in de rondboog om de entree. 

De rest van het gebouw is opgetrokken uit een lichtere geelbruine steen, die veel rechthoekiger en gelijkmatiger is. In de hoek van het gebouw, waar de entree overgaat in de klaslokalen, is het trappenhuis als apart torenachtig bouwdeel vormgegeven. 
Het trappenhuis is voorzien van een groot venster dat is opgedeeld in kleine ruitjes. 
De klaslokalen kennen ook veel glas (in ramen en deuren), terwijl de vensters in de entree en de dienstruimtes smal en hoog zijn.

In het gebouw is de eerste opdracht van kunstenaar Johan Dijkstra, mede-oprichter van kunstenaars-collectief De Ploeg, te bewonderen. In de jaren ‘30 van de vorige eeuw leerde hij onder leiding van enkele Duitse glazeniers, in de NEG-fabriek in Groningen, de techniek van het glasschilderen. 
De Zonnebloem was Dijkstra's eerste klus: slechts tegen vergoeding van de materiaalkosten. 
Het is een vierdelig gebrandschilderd glas-in-loodraam voor in de hal dat de intocht van Sinterklaas weergeeft. 

Tal van kinderfiguurtjes in bonte kleuren, een met pakjes beladen Sinterklaas, spinnenwebben, vlinders, een koe, een pijp-rokend boertje en zelfs de verstellapjes van de kinder-kleertjes zijn gedetailleerd weergegeven. 

Bij de uitbreiding in 2002, toen het gebouw inmiddels in gebruik was genomen door de christelijke Nassauschool, werd in eerste instantie gedacht aan een aanbouw bij het bestaande schoolgebouw. 
Met respect voor de monumentale waarde van deze oudbouw pleitte Architectuurstudio SKETS voor het ontwikkelen van een geheel vrijstaande, ondergrondse uitbreiding op het aangrenzende terrein. 
Daarmee ontstond de mogelijkheid om het bestaande gebouw intact te laten. 

Het nieuwe gebouw, met drie lokalen en speel- en bergruimte, ligt onder een deken van gras en richt zich naar de oudbouw. 
Deze laatste werd deels in ere hersteld door latere interne toevoegingen te verwijderen, kozijnen te reconstrueren en het exterieur in zijn oorspronkelijke kleuren terug te brengen. In de hal achter de entree werden later aangebrachte tussenwanden verwijderd, waardoor ‘De intocht van Sint-Nicolaas’ weer in alle glorie te zien was. 

In 2007 werd de school opnieuw uitgebreid. 
Dit keer met een multifunctioneel gymlokaal, ook ontworpen door Architectuurstudio SKETS.




Dependance Nassauschool 
(gebouwd als kleuterschool De Zonnebloem)

Bij de uitbreiding van de dependance van de Nassauschool aan de Graaf Adolfstraat werd in eerste instantie gedacht aan een aanbouw bij het bestaande schoolgebouw. 
De monumentale waarde van dit schoolgebouw, een bewaarschool uit 1931 van de Groninger architect S.J. Bouma, deed de architect echter pleiten voor het ontwikkelen van een vrijstaande, ondergrondse uitbreiding op het aangrenzende terrein. 
Daarmee werd de mogelijkheid gecreëerd het bestaande gebouw intact te laten.

Het nieuwe gebouw, naar een ontwerp van Skets met daarin drie lokalen, een speelruimte en bergingen, ligt onder een deken van gras en richt zich op naar de oudbouw. 
Het maaiveld wordt als het ware opgetild en opent zich door middel van een transparante houten pui die enigszins terugliggend onder een betonnen luifel is geplaatst. 
De trapeziumvormige plattegrond volgt de contouren van het terrein en vormt het uitgangspunt voor de bolling van het volume.

Net als bij de oudbouw is de maat en het kleurgebruik van het interieur aangepast aan de beleving van de kleuter. 
Het buitengebied is in het ontwerp meegenomen en resulteerde in een speelse overgang van het niveau van de oudbouw naar de verdiepte nieuwbouw. 
Het monumentale schoolgebouw werd deels in ere hersteld door latere interne toevoegingen te verwijderen, kozijnen te reconstrueren en het exterieur in oorspronkelijke kleuren terug te brengen.

Ontwerp: Skets Architectuurstudio
Locatie: Graaf Adolfstraat 76
Wijk: Oranjebuurt (incl. Noorderplantsoen
Schoolgebouw
Opdrachtgever; Vereniging van Christelijk  Onderwijs Groningen







Dependance Nassauschool (gebouwd als kleuterschool De Zonnebloem)
1932 S.J. Douma
Graaf Adolfstraat 73, Groningen

Gebrandschilderde glas- in- loodraam (door Johan Dijkstra) (1896- 1978)
Naast de school van S. J. Bouma maakte de architectuurstudio SKETS de uitbreiding.





In 1922 werd aan de Nassaulaan in de Groninger Oranjebuurt een Christelijke school gebouwd. 
De 'Nassauschool met den bijbel' zoals met sierlijke letters boven de ingang gemeld werd.
Hoewel enkele tientallen jaren later de toevoeging 'met den bijbel' van de voorgevel van het gebouw werd verwijderd bleef zij wel een school van de protestantse schoolvereniging. 
Vele jaren later kreeg de school ook een dependance.
De voormalige openbare fröbelschool aan de Graaf Adolfstraat (ontworpen door de Groninger architect Bouma). 
De bouw van het schoolgebouw vergde het grootst deel van 1922 en werd pas in december van dat jaar voltooid.
Het startjaar van de school is dus 1923.
De foto's op deze site werden bij het jubileumfeest van 1998 door vele oud- leerlingen bijeengebracht voor een diapresentatie. 
De namen van de fotografen zijn met een enkele uitzondering niet bekend. 

  VENSTERSCHOOL
Hendrik Westerschool                                   Vensterschool Stadspark (1927) in Groningen















Interieur van de Vensterschool










Simon van Hasseltschool


     Heesterpoort 1
(1926-1928) in Groningen









Het interieur




                                           Details
                                        Omgeving



De voormalige Th. Thijssen- en D. Bosschool, nu Simon van Hasseltschool, ligt markant aan een zijde van het Linneausplein midden in de Oosterparkwijk. 

De zes- en zevenklassige dubbele lagere school voor openbaar onderwijs heeft overdekte speelplaatsen en een gymnastieklokaal. 

Om kosten te besparen werden beide scholen in één gebouw verenigd. 


Het ontwerp is bijzonder vanwege de boerderijachtige kenmerken, waardoor het aansluit bij de boerderijwoningen in de achtergelegen ‘Blauwe Dorp’-buurt. 
Het gebouw fungeert als plein en straatafsluiting en heeft om die reden aan beide straatzijden een architectonisch uitgesproken gevel.

De school, gebouwd in de Groninger variant van de Amsterdamse School, bestaat uit twee bouwlagen en een zolderkap. 
De gevel is opgetrokken uit gele en paarsbruine baksteen. 
De plattegrond is L-vormig en bestaat uit twee rechthoekig volumes met klaslokalen die met elkaar worden verbonden door een gezamenlijk gymlokaal.

Typisch voor de ontwerpen van Bouma en de Amsterdamse Schoolstijl is de monumentale uitstraling van de hoekbebouwing, met een ‘toren’ die als markant accent in de omgeving staat. 
De hoekbebouwing zelf lijkt op een vergrote versie van de kop van een kop-hals-romp boerderij.

De bebouwing met lokalen ligt aan weerszijden als een ‘schuur’ aan deze kopbebouwing vast. 
Dit wordt versterkt door de steile schildkappen met oranje dakpannen en opgelegde nokken. 
Aan de zijde van de Zaagmuldersweg is de gevelwand over twee bouwlagen opgemetseld.

Bij de vleugel aan de Heesterpoort is de eerste bouwlaag opgemetseld en bevindt de tweede zich onder de steile schildkap. 
De straatzijden van het scholengebouw hebben een gesloten uiterlijk, terwijl het gebouw zich aan de binnenzijde door middel van grote ramen naar het schoolplein opent.
Ontwerp: Bouma, S.J.
Locatie: Heesterpoort 1
Bouwjaar: 1926
Bouwstijl: Amsterdamse School
Gebouwtype: schoolgebouw
Opdrachtgever: Gemeente Groningen, Dienst Gemeentewerken


Brugwachtershuisjes van J. S. Bouma


Het brugwachtershuisje, dat ten noordoosten van de brug aan de Hoge der A staat, werd gebouwd rond 1925.
Het is zeer waarschijnlijk ontworpen door S.J. Bouma (1899-1959), die van 1924 tot 1942 gemeentearchitect van Groningen was.
Het is een gebouwtje met afgeschuinde hoeken en eengepotdekselde borstwering, dat op een vierkante betonnen voet staat.
De deur bevindt zich aan de straatzijde, in de andere drie zijden zijn vensters met een twaalfruits-roedenverdeling aangebracht.
Dedaklijst is achtkantig en voorzien van een golfrandje.
Het huisje wordt gedekt door een plat dak.
In 2000 besloot de gemeente Groningen om het brugwachtershuisje, dat toen al geruime tijd niet meer als zodanig dienst deed, te renoveren en te verbouwen tot sanitairgebouwtje ten behoeve van de pleziervaart.
Daartoe werden de vensters voorzien van matglas en zijn in het huisje een toilet en een douche geplaatst.
Het brugwachtershuisje is aangewezen als gemeentelijk monument "vanwege zijn betekenis voor de geschiedenis van de infrastructuur van Groningen", evenals de identieke brugwachtershuisjes bij de Bontebrug, de Oliemuldersbrug en halverwege de oostzijde van de Turfsingel,
Uit: Wikipedia

                                          Turfsingel
              Brugwachtershuisje (1935)
bij de Oliemuldersbrug over het Oosterhamrikkanaal

                             Brugwachtershuisje (1925)
bij de Abrug in Groningen

Uit:
Wikipedia


OPENBAAR TOILET
Grote Markt Groningen

                         






Mogelijk de feestelijke opening!




















Het drietal
l. Het openbaar toilet
2. Het Groninger Gemeenthuis
3. De Martinitoren


                                           Uit de oude doos!









Detail
van het openbaar toilet

Siebe Jan Bouma
Groningen 1899- Den Haag 1959
'Voorlopig 'Ploeglid 1941 - 1942

Kind van onze tijd zijn we allemaal !
Daar valt niet te ontkomen.
Er zijn echter mensen die uit de mogelijkheden en omstandigheden van hun tijd beter dan anderen profijt weten te trekken.
Zo iemand was mijn grootvader, Siebe Jan Bouma (1899-1959)
Dankzij hard werken, avondstudie en veel talent kon deze zoon van een Friese timmerman het aan het eind van zijn carrière schoppen tot 'wetenschappelijk hoofdmedewerker voor het project Landelijke Bouwkunst' van het ministerie van OCW en werd hij op zoek naar monumenten het land rondgereden in een auto met chauffeur (hij had geen rijbewijs).
Voor ons is belangrijk wat hij heeft nagelaten.
Bij voorbeeld een visionair plan een buitenmuseum over de Zuiderzeecultuur dat de decennia na zijn dood is uitgevoerd.
En hij is de architect van Madurodam, iets om als kind trots op te zijn.
Maar voor de vruchtbaarste periode uit zijn leven moeten we terug naar zijn jonge jaren,
waarin hij tussen zijn 21- ste en 43- ste voor de stad Groningen talloze gebouwen, scholen, woningen, bruggen, tramhokjes, trafohuisjes en urinoirs heeft ontworpen.
Het is niet overdreven om te zeggen. dat hij het gezicht van vooroorlogse Groningen heeft bepaald.
Die erkenning geniet hij gelukkig ook in de stad zelf.
Er zijn inmiddels bruggen en scholen naar hem vernoemd.
Het is nog altijd wonderlijk hoe een jongen met een timmerdiploma in zo'n snelle tijd kon uitgroeien tot stadsarchitect, ook al bestond die titel niet en is mijn grootvader nooit verder gekomen dan bevordering tot 'technisch tekenaar der eerste klasse'. 
Nog voor hij in vaste dienst mocht komen in 1926 werkte hij al aan zijn meesterwerk, het gebouw van Gemeentewerken op het Gedempte Zuiderdiep. 
Daarvoor heeft hij ook de meubels en het interieur ontworpen, inclusief de prachtige hal met het glas-in-lood.
Zoiets kan alleen in een omgeving die bruist van creativiteit en vernieuwingsdrift. 
Mijn grootvader leerde rond 1925 de kunstenaars van De Ploeg kennen, en hoewel hij nooit werkend lid is geweest (pas in 1941 is er sprake van een 'voorlopig lidmaatschap'), zijn de vriendschappen die hij in De Ploeg opdeed bepalend geweest voor zijn ontwikkeling. 
Mijn grootvader kende vele Ploegleden, zoals ook het portret van Jan Wiegers bewijst, maar hij was vooral goed bevriend met Johan Dijkstra, van wie hij ook les heeft gekregen. 
Ook Sieb Bouma heeft als verdienstelijk amateurkunstenaar en plein air staan schilderen in het Blauwborgje. 
Hij schilderde net als zijn Ploegmaten in een expressieve stijl, zij het wel wat behoudender qua kleur en compositie.
Waar zouden ze het over gehad hebben, al schilderend aan de waterkant? Of bij een glas bier in het café? 
Over de Stijl. 
Over het constructivisme. 
Over de artikelen in de laatste Wendingen. 
Over de verheffing van de arbeider. 
Mijn opa was dan misschien geen lid van de kunstenaarsbent, hij was zeker onderdeel van het Groningse discours. 
Bijvoorbeeld als bestuurslid van de actieve Vereniging tot bevordering der Bouwkunst, waarvan iemand als Hendrik Werkman kunstminnend lid is.
Als kunstenaar was Siebe Jan Bouma een wonderlijke mengeling van vooruitstrevendheid en traditionalisme. 
Hij omarmde iedere nieuwe stijl, de Amsterdamsche School, Dudok, het Nieuwe Bouwen, de Delftse school, en verwerkte die vervolgens met grote liefde voor details en respect voor de gebruikers. 
Hij was een romanticus, maar in alles wat hij ontwierp bleef hij op een bepaalde manier toch een ambachtsman.
Als monumentenzorger was hij al even visionair en behoudend. 
Hij vond bijvoorbeeld dat het Zuiderzeemuseum geen 'asyl voor rariteiten' mocht worden, maar een 'levend museum' moest zijn met echte bewoners (de voormalige vissersbevolking), waar de schepen zouden dobberen tegen een decor van 'de zilte bries, het wijde water, en het werkende volk, de pittige geur van dampende netten en vis-in-de-rook'.
Mijn opa Bouma was meubelmaker, graficus, een uitmuntend fotograaf, schilder, tekenaar, architect, erfgoedbewaker en volkskundige, maar bovenal moet hij een hele aardige en intelligente man zijn geweest. 
Geen familieman, maar iemand die tot diep in de nacht zat te werken met de radio keihard aan op een klassieke zender. 
O, wat had ik hem graag leren kennen.
Tekst: Hilda Bouma (1960)

Uit de link:      
Groningermuseum Siebe Jan Bouma
Siebe Jan Bouma 
(Groningen, 1899 - Den Haag, 1959) was een Nederlandse architect en stedenbouwkundige. 
Net als zijn vader was hij aanvankelijk alleen timmerman, maar studeerde door tot bouwkundig tekenaar en werd tenslotte stadsarchitect van Groningen. 
Toen Bouma verbonden was aan de Groningse Dienst Gemeentewerken, verwezenlijkte hij veel projecten voor de stad, variërend van volledige woonwijken met huizen en scholen tot openbare toiletten en lantaarnpalen.

invloeden en projecten
In het werk van Bouma is de invloed te bespeuren van de Hilversumse stadsarchitect Dudok, maar ook van stromingen als het kubisme en de Amsterdamse school.  
Een doelstelling van Bouma was het bouwen van goed uitziende woningen voor arbeiders, een streven dat ook bij andere architecten uit deze tijd terug te vinden is.
Buiten de provincie Groningen werd Bouma vooral bekend door een aantal nieuwe projecten. 
Zo bouwde hij in 1932 de Siebe Jan Boumaschool, zette hij in Arnhem het Openluchtmuseum op in 1942 en bouwde hij in Enkhuizen het Zuiderzeemuseum (1948). 
Ook verwierf Bouma veel bekendheid door Madurodam, waarvan hij een aantal delen heeft ontworpen. 
Op 10 december 1959 overleed Bouma in Den Haag.



Bouma ontwierp het kantoor voor de Dienst Gemeentewerken toen hij daar als gemeentearchitect in dienst was. Het gebouw is representatief voor Bouma's monumentale en expressieve ontwerpen in de Amsterdamse Schoolstijl.

Het ontwerp laat verschillende gevelbehandelingen zien. Aan de zijde van het Gedempte Zuiderdiep valt het zwaar overhellende dak op, waar de dakpannen op monumentale wijze en bijna verticaal zijn geplaatst. Daaronder is, direct onder de goot, een aanééngesloten horizontale raampartij gezet. De entree van het gebouw is aan het binnenplein gelegen en via een asymmetrische poort aan de zijde van het Zuiderdiep te bereiken.

Om de stedelijkheid van het gebouw te vergroten is de bebouwing op de hoek monumentaal aangezet. Niet alleen in hoogte maar ook voor wat betreft de bijzondere rondingen in het metselwerk die de verticaliteit op deze plek nog eens vergroten. De zijgevel langs de Ubbo Emmiusstraat valt op door de ritmische ordening van ranke gemetselde ribben, afgewisseld met hoge en smalle ramen. Blikvanger aan deze zijde is het lichtgebogen gevelhoge glas-in-lood venster van het trappenhuis. Andere bijzonderheden zijn de beeldhouwwerken van Willem Valk die refereren naar de functie van het gebouw. Het gebouw heeft weer haar oorspronkelijke kleuren gekregen.

Architectenbureau Karelse en Van der Meer (nu De Zwarte Hond) kreeg de opdracht een uitbreiding te maken en aan te sluiten bij het bestaande gebouw. Met de uitbreiding, die gereed kwam in 1990, werd ook de entree van het oude naar het nieuwe gebouw aan het Zuiderdiep verplaatst. In een lang en wigvormig kavel werd circa 6100 m2 kantoorruimte gerealiseerd. De dienst kreeg een open gebouw ‘waarin men zich niet kan verbergen’ en de trap zo smal is dat je ‘elkaar wel tegen moet komen’.

Kenmerken
Ontwerp: Bouma, S.J.
Locatie: Gedempte Zuiderdiep 96
Wijk: Centrum
Bouwjaar: 1925
Bouwstijl: Amsterdamse School
Gebouwtype: dienstgebouw
Opdrachtgever: Gemeente Groningen, Dienst Gemeentewerken

Bijzondere architectuur op de hoek Koninginnelaan en de Louise Henriëttestraat.





1 opmerking:

  1. Beste heer Jan Thijs,

    Momenteel leggen we de laatste hand aan de publicatie die verschijnt naar aanleiding van het onderzoek dat wij hebben gedaan naar kiosken in Nederland. Deze Nederlandstalige publicatie zal de titel Kiosk in de stad dragen en wordt uit gegeven door Valiz Amsterdam.

    In het boek is een zeer grote verscheidenheid aan case studies en essays opgenomen. Bij een van deze teksten willen wij graag een foto opnemen van paviljoen Noorderplantsoen uit deze blog over Siebe Jan Bouma. Zijn de foto’s van uw hand?

    Graag horen we dan of u toestemming wilt geven voor het gebruik van deze foto voor bovenstaande doel en kunt u eventueel een hoog resolutie beeld beschikbaar stellen.

    Mocht u vragen hebben, dan hoor ik het graag.

    Alvast veel dank en vriendelijke groet,
    Thomas Rouw

    BeantwoordenVerwijderen